De Dom van Keulen
  • Date: 24/07/2021
  • Tags: ,

  • Bouwgeschiedenis

    De geschiedenis van het Keulse bisdom gaat terug tot in de vierde eeuw. Omstreeks 313/314 wordt de eerste met name bekende bisschop Maternus genoemd. Ook hebben opgravingen na de tweede wereldoorlog het bewijs van een opeenvolging van verbouwingen opgeleverd. De laatste kerk die de huidige kerk voorging is een ca. 95 m lang kerkgebouw met een dubbel-koor dat in het jaar 870 ingewijd werd. De vorm daarvan is door de Hillinus-Codex (onstaan omstreeks 1020) overgeleverd, (vergelijk de toelichting van het vloermozaïek nr. 5). In het jaar 1164 werden door de aartsbisschop Rainaid von Dassel (ⴕ 1167) de beenderen van de Heilige Drie Koningen uit Milaan naar deze kerk gebracht. Tijdens de periode van zijn opvolger aartsbisschop Philipp von Heinsberg (t 1191) begon men met de vervaardiging van het kostbare Relikwieënschrijn, waarbij de goudsmid Nikolaus van Verdun waarschijnlijk de belangrijkste invloed heeft gehad. Omstreeks 1225 werd dit schitterende werk voltooid (vgl. nr. 19).

    Deze relikwieën trokken pelgrims aan uit heel Europa. Deze bedevaart was één van de grootste in de middeleeuwen. Daarom besloot het Domkapittel in het jaar 1248 onder aartsbisschop Konrad von Hochstaden (ⴕ 1261) een nieuwe kerk te bouwen, aangepast aan de kathedraalen bedevaartskerken. Hierbij richtte de bouwmeester zich niet op de Romaanse architektuur in Duitsland maar op de “moderne” gotische architectuur van de Franse kathedralen.

    Het plan overtrof in zijn afmetingen alle andere kerkgebouwen destijds. Omstreeks 1265 waren de koorkapellen met de kooromgang klaar. Uit deze tijd dateert de eerste artistieke aankleding van het koor. Omstreeks 1300 was het priesterkoor klaar het werd echter pas in het jaar 1322 ingewijd. Daarna bouwde men langzaam verder. Omstreeks 1360 werd met de bouw van de zuidelijke toren begonnen, die in de middeleeuwen niet hoger was dan de eerste bovenverdieping. In het jaar 1389, toen in Keulen de universi-teit opgericht werd, waren de zijbeuken aan de zuidkant gebruiksklaar. Aan het einde van de 15e eeuw werden zeven traveeën van de zijbeuken aan de noordkant overgewelfd. In het jaar 1560 stopten de werkzaamheden en naast het voltooide koor was de benedenverdieping van het langen dwarsschip verregaand gebruiksklaar. Volgens een historische bron uit de 15e eeuw bestond het plan om het Driekoningenschrijn in de kruising van de voltooide Dom zijn plaats te geven. Sinds 1948 staat het op zijn huidige plaats. Pas in de 19e eeuw werd het bouwwerk voltooid. In het jaar 1842 legde Frederik Wilhelm IV van Pruisen de grondsteen voor de opnieuw begonnen bouw en in 1880 werd in aanwezigheid van keizer Wilhelm I de laatste steen in de kruisbloem van de zuider toren geplaatst. In deze tijd ontstonden talrijke kunstwerken die tot de belangrijkste scheppingen van de neo-gotiek behoren.

    Rondgang

    1- Vijf ramen in de noordelijke zijbeuk, geschonken in de jaren 1507 tot 1509 (v.l.n.r.): (a) passietaferelen (boven), Lauren-tius en Maria (onder), (b) Petrus legende en de wortel van Jesse (boven), knielende schenker met Petrus en Sebasti-aan (onder), (c) aanbidding van de herders (boven), Keulse heilige ridders St.Joris, Mauritius, Gereon en Albinus (onder), d) aanbidding van de Heilige Drie Koningen (boven), Petrus, Maria, Elisabeth, Christoffel (onder), (e) kroning van Maria (boven), Maria, Magdalena, St.Joris (onder).

    2- Clararetabel, uit omstreeks 1350/60. Het oudste bewaard gebleven sacramentsaltaarstuk met daarin een tabernakel. Dit kostbare retabel wordt in drie delen geopend. Het stamt uit het voormalige klooster van Franciscanessen St. Clara en werd in het jaar 1811 naar de Dom overgebracht.

    Ingang van de schatkamer (links)
    Schmuckmadonna (rechts)

    3- Ingang van de schatkamer, daarboven vergulde staven die het aantal regeringsjaren van de aartsbisschop aangeven.

    4- Genadebeeld (zogenaamde “Schmuckmadonna”). Opgesteld in de voorkant van het barokke Driekoningen-mauso-leum, vervaardigd omstreeks 1667 voor de askapel.

    U bereikt nu de kooromgang met zeven koorkapellen. Met de bouw van dit oudste gedeelte van de Dom werd in het jaar 1248 begonnen en omstreeks 1265 werd de bouw aan de kant van het priesterkoor afgesloten, zodat dit deel vanaf dit tijdstip liturgisch in gebruik genomen kon worden.

    Vloermozaiek

    5- Vloermozaiek naar de plannen van August Essenwein van 1885-1892. Het eerste beeld toont aartbisschop Hildebold (ⴕ 818) die het model van de kerk die de huidige kerk voorging draagt.

    Gerokruis, geschonken door aartsbisschop Gero

    6- Kruiskapel: Gerokruis, geschonken door aartsbisschop Gero (ⴕ 976). Het is het oudste bewaard gebleven monumentale kruisbeeld van het avondland. Niet de lijdende of triomferende Christus is hier uitgebeeld maar de zojuist gestorven en daardoor de mensen verlossende Christus. Volgens een legende vanTietmar von Merseburg had aartsbisschop Gero een spleet in het hout laten dichtgaan, door dit wonder maakte hij het kruisbeeld tot een van de grootste schatten van de Dom. In het jaar 1683 werd het bijhorende kruisaltaar door Hendrik von Mering geschonken.

    7- Engelbertuskapel: muurepitaaf van aartsbisschop Anton von Schauenburg (ⴕ 1558) vervaardigd door Cornelis Floris. Het bevond zich oorspronkelijk in het priesterkoor (vgl.nr. 14)

    8- Maternuskapel: een grafmonument van aartsbisschop Philipp von Heinsberg (ⴕ 1191) omstreeks 1300, met een afbeelding van de Keulse stadsmuur.

    9- Johanneskapel: een grafmonument van aartsbisschop Konrad von Hochstaden (ⴕ 1261) die in het jaar 1248 de grondsteen van de gotische kathedraal heeft gelegd, ontstaan omstreeks 1265.

    10- Driekoningenkapel (Middelste kapel): Ter gelegenheid van de inwijding van het koor werd hier in het jaar 1322 het Driekoningenschrijn opgesteld. Vanaf dit tijdstip werd de kooromgang die tot dan toe waarschijnlijk alleen maar voor de geestelijken toegankelijk was ook voor gelovigen en pelgrims opengesteld. Het Bijbelraam in het midden ishet oudste raam in de Dom uit omstreeks 1265 en toont afbeeldingen van het oude en het nieuwe testament naast elkaar. Links bevindt zich het Driekoningenvenster en rechts het Petrus-en Maternusraam, uit omstreeks 1330.

    11- Grafmonument van aartsbisschop Dietrich von Moers (ⴕ 1463) aan de Dombouwmeester Konrad Kuyn toegekend.

    12- Agneskapel: grafmonument van de Heilige Irmingardis van Süchteln (ⴕ 1085) gedateerd omstreeks 1270.

    13- Michaelskapel: grafmonument van aartsbisschop Walram von Jülich (ⴕ 1349).

    14- Stefanuskapel: Grafmonument van aartbisschop Gero (t 976) omstreeks 1270. Hier bevindt zich het zogenaamde jongere bijbelvenster (omstreeks 1280) uit de voormalige kloosterkerk der Dominicanen. Muurepitaaf van aartsbisschop Adolf von Schauenburg (ⴕ 1556) tegenhanger van nr 7.

    15- Grafmonument van aartsbisschop Friedrich von Saarwer-den (t 1414)

    16- Mariakapel: Vleugelaltaar met de stadspatronen van Keulen gemaakt omstreeks 1442 door Stefan Lochner. Het stamt uit de voormalige kapel van het stadthuis. Op deze plaats stond vroeger de

    17- Madonna uit Milaan: dit is een kopie uit omstreeks 1290 van een Maria-genadebeeld, dat Rainaid von Dassel in het jaar 1164 uit Milaan naar Keulen had gebracht. Omdat het beeld als wonderbaarlijk werd vereerd behoort het tot de drie belangrijkste heilige schatten van de Dom.

    Het priesterkoor, het liturgisch centrum van de Dom, was in de middeleeuwen voor de aartsbisschop en het Domkapitel gereserveerd.

    18- Hoogaltaar uit omstreeks 1310. Bij dit altaar, één van de grootste uit de middeleeuwen, had de Keulse aartsbisschop het voorrecht de mis naar het volk toegekeerd pp te kunnen dragen.

    Schrijn van de Heilige Drie Koningen

    19- Schrijn van de Heilige Drie Koningen uit omstreeks 1190-1225. De afbeeldingen hebben niet de heiligen in het schrijn als thema maar omvatten de hele heilsgeschiedenis van het begin van het oude testament tot aan de wederkomst van Christus. Overeenkomstig zijn aan de zijkanten profeten en koningen afgebeeld, met als tegenstelling de apostelen als vertegenwoordigers van het nieuwe testament. Aan de voorkant zijn met de aanbidding van de Drie Koningen, de doop in de Jordaan en de wederkomst van Christus als rechter van de wereld, de drie verschijningen (epiphanie) van de Heer voorgesteld. Aan de achterkant zijn onderaan de geseling en de kruisiging van Christus weergegeven met daarboven de kroning van de heilige Felix en Nabor, waarvan ook relikwieën in het schrijn bewaard zijn.

    20- Koorgestoelte uit omstreeks 1308-1311, dat met 104 zitplaatsen het grootste in Duitsland is.

    21- Koormuurschilderingen uit omstreeks 1340.

    22- Koorpijlerfiguren uit omstreeks 1290. Christus en Maria met de twaalf apostelen.

    23- Koningsramen in de lichtbeuk uit omstreeks 1310: 24 koningen van Juda en de 24 oudsten van de Apocalyps. Op het middelste raam de aanbidding van de Heilige Drie Kon ingen van Maria met het Jezuskind

    24- Heilige Christoffel uit omstreeks 1470.

    25- Agilolphusretabel, Antwerpen uit omstreeks 1520. Uit de voormalige stiftskerk St. Maria ad gradus.

    26- Beierenramen, in het jaar 1842 door koning Ladewijk I van Beieren geschonken, sinds 1848 aangebracht (v.r.n.l.): (a) preek van Johannes de Doper (boven). Karei de Grote, Frederik Barbarossa, Helena, Konstantijn (onder); (b) de aanbidding van de herders en de Koningen (boven), de profeten Jesaja, Jeremias, Ezechiel, Daniel (onder); (c) Kru isafnem ing (boven), vier evangelisten (onder); (d) nederda ling van de hei lige Geest (boven), vier kerkvaders (onder); (e) Steniging van Stefanus (boven), heiligen (onder).

    Source

    Informatiemateriaal over de Dom (September 2014)





    Geef een reactie

    Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *